<Download mijn brievenbus brochure>
<Download mijn scout brochure>
Voor een gastvrij en warm Boutersem wil ik me inzetten.
Als betrokken vader van drie kinderen, werd ik via mijn vrijwilligerswerk in de ouderverenigingen van de gemeentelijke basisschool,de scouts en de korfbalvereniging, aangetrokken om in 2006 in de politiek te stappen. Als professioneel jeugdhulpverlener met 35 jaar ervaring als begeleider en teamcoördinator, werd ik dagelijks geconfronteerd met het on-welzijn van kinderen/jongeren, hun familie en omgeving. Goede begeleiding gaat samen met degelijke arbeidsvoorwaarden. Samen met een begeleider startte ik in de organisatie 1992 een syndicale vertegenwoordiging van het LBC-NVK(ACV) op.
Hieronder kan je een uitgebreide "longread" vinden van de punten waarop ik wil inzetten:
Wél-besturen na 2018
Na 2018 zal, conform het Decreet Lokaal Bestuur, de werking van het OCMW inkantelen in de gemeentewerking. Een reden te meer om te ijveren voor een breed gemeentelijk welzijnsbeleid. Elk beleid van onderuit moet worden gedragen en doorleefd. Daarom is het het belangrijk om in alle transparantie onze ideeën aan u voor te leggen. Vanuit een sterk lokaal verankerd welzijn zullen we de hand reiken over de gemeentegrenzen heen. Intergemeentelijk samenwerken rond welzijn zal ons allen ten goede komen. Dit kan op alle welzijnsterreinen: van een sociaal woonbeleid over diverse initiatieven inzake sociale economie,onderwijs,kinderopvang,mobiliteit,veiligheid… .
Wél zijn in Boutersem
Als lokale overheid wensen we dat mensen in harmonie samenleven mét elkaars verschillen. ”Andere” mensen die hier willen komen wonen en leven horen bij onze gemeenschap. Uitsluiten van mensen hoort niet bij onze waarden. Vooral daar waar mensen een zetje nodig hebben én dit willen ontvangen, kunnen we als gemeentelijke overheid handvatten aanreiken. Veelal zijn dit materiële tussenkomsten. Soms moeten mensen op verhaal kunnen komen achter gesloten deuren.Dit kan leiden tot tijdelijke oplossingen voor complexe probleemsituaties. Het Decreet ‘Lokaal bestuur’ en het Decreet ‘Sociaal beleid’ voorziet hiervoor een ‘Bijzonder Comité Sociale Dienst’, met een strikte deontologie. Mag het een tikkeltje meer zijn? De modale burger wil zich in Boutersem goed voelen, wil wel-zijn! Een ‘sociaal huis’,centraal ingepland in de gemeente, kan een laagdrempelige aanzet geven tot verbinden van een sociaal beleid naar een breder welzijnsbeleid voor een breed doelpubliek. De vraag dat we daarbij moeten stellen is “Wat is de meerwaarde van dit gebouw voor de gemeenschap?”Deze vraag stelt zich overigens bij elk gemeentelijke gebouw.
Wel-leven
Warme buurten kunnen voorkomen dat mensen in eigen buurten vervreemden. Wat kunnen we nog “ver” -dragen? Het gaat over draagkracht en draaglast. Wie is die andere die niet is zoals wij? Wat willen we van elkaar en wat voelen we als ‘ongepast’? Iedereen wil niet verbonden worden, velen komen in Boutersem wonen om na een drukke loopbaan, de rust op te zoeken. Rust kan betekenen dat je weet dat het een veilige buurt is, waar kinderen en volwassenen met elkaar betrokken voelen. Vooroordelen kunnen opzij worden gezet. Ze kunnen wijken voor aangename kennismaking met elkaar. Inwijkelingen en autochtone Boutersemenaars kunnen leren van elkaar. Een buurtfeest kan hierbij helpen. Ik geloof in het versterken van het dagelijkse samen-leven via steunende aanwezigheid. In Boutersem zijn er vrijwilligersorganisaties die ons al het goede voorbeeld geven: het warm onthaal van vluchtelingen, inrichten van vervoer voor zieken en kansarmen. Gezellige ontmoetingen organiseren voor zieken,ouderen en kansarmen.
De dagelijkse nabije zorg was in vroegere tijden de evidentie. Mensen zijn nu meer op zichzelf. We bouwen muren voor anderen en roepen tegelijk dat elkaar ontmoeten hoogdrempelig blijkt: Kan ik bij mijn buur terecht om even iets te lenen? Is er wederzijds vertrouwen? Ieder heeft toch recht op privacy? Wil ik wel weten of mijn buur in nood zit? Wat kan ik aanreiken? Is er respect voor elkaars verschil? Is er dichtbij een overheid waar ik terecht kan? Met wat kan ik terecht en bij wie?Wat mag ik doen en niet doen? Er is overinformatie en mensen geraken verward.
Nieuw is dat ook jonge mensen eenzaam kunnen zijn, uit een studie van prof.Lieven Annemans, UGent, blijkt dit percentage zelfs nog hoger dan eenzaamheid bij ouderen!
“Meer dan de helft van de jonge Belgen tussen 20 en 34 jaar voelt zich eenzaam. Van àlle Belgen voelt bijna de helft zich eenzaam. Dat blijkt uit cijfers van het Nationaal Geluksonderzoek van levensverzekeraar NN en UGent. Vooral het al dan niet hebben van een partnerrelatie heeft een invloed op deze gevoelens van eenzaamheid. Opvallend is hoe ouder we worden, hoe minder eenzaam we ons voelen.” Leslie Hodge https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2018/07/04/meer-dan-de-helft-van-de-jonge-b...
Binnen een welzijnsbeleid moet er ruimte zijn voor een gezondheidsbeleid. Binnen zulk beleid zullen informatiecampagnes voor een gezonde levensstijl een prioritaire plaats krijgen. Een fitte geest in een fit lichaam veronderstelt meer bewegen en gezond eten. Het veronderstelt een buurt dat goed oogt en een positieve sfeer uitstraalt: fleurig en luchtig ingericht.
Een beleid waarbij toegankelijke fiets- en wandelwegen worden ingericht met oog op laagdrempelig bewegen in eigen omgeving; een beleid waar aanbod van streekeigen kwalitatieve hoeveproducten wordt gefaciliteerd door bijvoorbeeld boerenmarkten en aanbod van zelfgekweekte groenten laagdrempelig te maken;het toegankelijker maken van bos en groen voor natuureducatie;het verfraaien van straten en pleinen via vergroening en bebloemingsacties.
De afgelopen bestuursperiode zijn er individuele initiatieven genomen via het brede aanbod van het OCMW en de diverse financiële tegemoetkomingen bij sport- en spelorganisaties. We moeten echter verder durven gaan en via buurtzorg het welzijn van élke buurtbewoner ondersteunen.
Het herinrichten van straten en aanleg van pleintjes met bankjes,spelelementen,gezellige hoekjes met beschutting,beplanting, kunnen het ontmoeten prikkelen. Dit kan een kans zijn tot buurtonwikkeling waar bij de voorbereiding buurtbewoners door de gemeente worden uitgenodigd om te participeren. Maar is dit wel voldoende?
Soms blijven deuren gesloten. Willen mensen geen zorg. Bestaat er een democratisch recht om niet te worden geholpen? Het valt wel eens voor dat mensen zo diep zitten, dat een kleine obstakel als een immense hindernis wordt ervaren en daarom elke alternatief onmogelijk maakt. We kan vanuit een samenlevingsperpectief als “verontrustend” overkomen. Eenzamen, mensen in wanhoop bereiken en terug verbinden wordt een uitdaging voor elke overheid, elke organisatie, elke buur.
Wel-doen
In het OCMW zien we het telkens terugkomen: Boutersem is dikwijls een transitgemeente voor mensen op weg naar elders.
Laaggeschooldheid en slechte kennis van hoe een samenwerking werkt, zorgen soms voor ondoordachte aankopen en niet meer terugbetaalbare schuldenlast. De laatste jaren krijgen meer en meer mensen, de eindjes niet meer aan elkaar. We wensen enerzijds om niet naast ‘moeilijke’ mensen te leven, anderzijds doen mensen die het niet breed hebben, de cultuur niet kennen, soms er alles aan om erbij te horen en willen daarom ook een wagen, netjes voor de dag komen… waardoor de miserie toeneemt.
Zelfs een modaal gezinsinkomen door arbeid volstaat soms niet meer. Dringende steun, renteloze leningen via het OCMW worden veelal als worden terug vorderbaar uitgekeerd. Af en toe moet er een schuldbemiddelaar worden aangesteld. Het is soms dweilen met de kraan open.
Een overheid kan buurtbemiddelaars zoeken, vrijwilligers die vanuit de buurt worden aangedragen. Ze kan ondersteuning bieden door een welzijnswerker aan te nemen(combinatie tussen sociaal-cultureel,maatschappelijk werk,maatschappelijk adviseur-buurtwerker)voor de ganse gemeente. met vaste zitdagen in de deelgemeentes. Doel is om preventief naar bewoners te gaan vooraleer er diepere noden ontstaan.
Een OCMW beleid naar een Welzijnsbeleid opentrekken gaat mijn inziens over een ommezwaai naar een andere attitude: iedere inwoner heeft te maken met het ‘maatschappelijk welzijn’. Welzijnsbeleid beperkt zich niet tot kleine kinderen, ouderen, vluchtelingen,werklozen of minder-validen.
Wel-wonen, Woonaanbod
1/5de van de Belgische gezinnen heeft te kampen met een situatie waarbij er bijzondere moeilijkheden zijn om de woning te voorzien van de energie die nodig is om de elementaire noden te bevredigen.Dit is energiearmoede. Nochtans is de doorsnee energiefactuur tussen 2009 en 2016 met ongeveer 12 procent gedaald. “Maar de woonkosten, de kosten voor de huur of hypotheek, steeg met meer dan 30 procent", zegt Caroline George van de Koning Boudewijnstichting. "Dat maakt dat het aandeel van de mensen dat in energiearmoede leeft, niet daalt, maar blijft liggen op ruim 20 procent."
Dit jaar is voor het eerst ook gekeken naar de band tussen energiearmoede en gezondheidsproblemen. Die band is er duidelijk. Van de totale bevolking geeft een kleine 9 procent aan in slechte gezondheid te verkeren, bij mensen in energiearmoede is dat bijna 20 procent [uit de Barometer 2018 van de Koning Boudewijnstichting]
Demografische evoluties nopen tot andere woonoplossingen. Meer en meer zien we alleenstaande jongeren tussen 20 en 30 jaar met hulpvragen. Het aantal eenoudergezinnen blijft stijgen. Aanschaf van een eigen woning is minder aan de orde. De hoogte van de huurprijzen in Boutersem swingen de pan uit .
Ook het aandeel 65-plussers zal toenemen van 18%van de totale bevolking in 2014 tot 25% in 2060. De vraag naar sociale huurwoningen is vele malen groter dan het aanbod. Het wordt pijnlijk duidelijk dat een kleine gemeente niet alles kan oplossen. Er zal intergemeentelijk moeten worden samengewerkt.
Indien na soms intens zoeken eindelijk een betaalbare woning wordt gevonden, dan zien we dat de energiekosten meestal bovenmaats zijn. De goedkoopste huurwoningen zijn immers veelal die met de slechtste isolatie, de minst bereikbaarheid en de duurste energievoorziening! Dergelijke factoren zorgen ervoor dat deze ‘betaalbare’ huurwoningen op het einde van elke maand uiteindelijk de duurste blijken. Subsidienormen om een betere isolatie, groene stroom,… zijn zo scherp ingesteld dat de kans klein is om met een modaal maandloon in aanmerking te komen. Zo blijkt uit cijfers van de provincie Vlaams Brabant dat er voor gans Boutersem tussen 2013 en 2016 maar 5 aanvragen voor een sociale premie voor dakisolatie zijn binnengekomen!
We stimuleren een woonbeleid dat geïntegreerd is in het zorgbeleid. Willen we dat mensen langer thuis wonen, dan zal het aanbod van sociale huur- en koopwoningen drastisch verhoogd moeten worden. Deze investeringen kunnen op de langere termijn zowel voor de gemeenschap als zijn bevolking lonend zijn.
Private huurwoningen moeten beter worden geïsoleerd vooraleer deze op de huurmarkt worden aangeboden.
De overheid moet in haar aanbod van sociale huurwoningen de beste koop kiezen wat betreft leveranciers van gas en elektriciteit. Sociale huisvestingsmaatschappijen moeten transparanter en laagdrempeliger, waardoor huiseigenaars makkelijker hun woning kunnen aanbieden onder goede voorwaarden.
Wel-vaart
Uit recente cijfers blijkt dat Boutersem een eerder lagere werkloosheidsgraad kent. Dit wil niet betekenen dat er geen probleem is. Indien je werkloos bent, ziek en behoeftig ,dan brandt die dure aftandse mazoutketel de godganse dag. Zoals eerder opgemerkt, zal je op zoek moeten naar een goedkope huurwoning met alle gevolgen. Je moet rond zien te geraken met een leefloon. In het beste geval vind je een laagbetaalde tijdelijke job. Meestal niet in eigen streek. Je moet er dan nog met het openbaar vervoer zien te geraken. Boutersem telde in 2017 147 werkzoekenden tussen 18-64 jaar. 28 mensen die langdurig (meer dan een jaar) laaggeschoold (maximum attest lager secundair onderwijs) zijn. Dit is één procent hoger dan het Vlaams-Brabants gemiddelde.
Het aanbod van werkgelegenheid in Boutersem kan omhoog. De gevestigde bedrijven doen het uitstekend. We hebben een bloeiende handelaarsvereniging. Investeren in een bereikbare ambachtelijke zone aan de E40, er is grote behoefte aan meer plaatselijke horeca.Een lokale overheid kan leegstaande gemeentelijke gebouwen op de markt gooien. Dit kan perspectief bieden voor toerisme en ambachtelijke bedrijvigheid. Het clusteren van bestaande sociaal- economische initiatieven, biedt tewerkstellingskansen ook voor mensen die nu uit de boot vallen. Het lokaal openbaar vervoer moet op doordachte wijze intergemeentelijk worden afgesteld.
“(a)Sociale” media, een wél-daad?
Het internet is paradoxaal zo a-sociaal als het sociaal kan zijn :het geeft en ontneemt kansen! Een internetaansluiting en een GSM zijn fundamenteel om de kans op werk te vergroten, evenzeer omdoor via negatieve beeldvorming alle kansen te ontnemennegatieve beeldvorming om er geen te krijgen. Je kan surfenop zoek naar betaalbare producten en diensten. Evenzeer rijt het mensen uit elkaar door onbesuist meningen te “liken”spuien over elkaar en anderen. Online aankopen kunnen snel en efficiënt zijn, maar evenzeer mensen in grote schuldenlast steken.
Een lokale overheid kan zijn krachten bundelen door bijvoorbeeld te ijveren ,desgevallend via een intergemeentelijke aankoopdienst, om tegen de beste prijs/kwaliteit goederen en diensten aan te schaffen voor eigen diensten en hun gebruikers. Ze kan informatiecampagnes opzetten en de politiediensten daadwerkelijk laten optreden na inbreuken.
Via internet surf je jezelf de wereld in, voor zover dit lukt. Daar hangt een kost aan vast. Lage inkomens moeten het dikwijls stellen met een goedkope tablet of een aftandse PC . Met weinig middelen en kennis, missen vele mensen de noodzakelijke updates en valt men al snel in hoge kosten.Het is het Mattheuseffect: alle water vloeit naar de zee, de zwakste schouders dragen de zwaarste lasten…. De armsten, de laagst geschoolden en worden het minst geïnformeerd.
Ik wil ijveren voor een lokale overheid die,als een goede huisvader, in zee gaat met providers en energieleveranciers die de beste prijs/kwaliteit waarborgen, zodat de meest behoeftigen én de lokale overheden niet nodeloos een al te dure prijs moeten betalen.
ICT steun verleent om veilig en efficiënt te leren surfen. Hiertoe wilt een lokale overheid samenwerken met lokale initiatieven en ondernemers en vrijwilligers om een ondersteunend aanbod tot stand te doen komen. (Bijvoorbeeld herstelpunten voor hard- en software,…) Een overheid dat zijn bevolking tijdig waarschuwt voor malafide praktijken en daadkrachtig optreedt.
Mobiele buurten.Wel-ingelicht?
Je hebt lef en je gaat als vreemdeling voor een taalbad in een nabijgelegen stad. Je wil het openbaar vervoer nemen, voor zover in je afgelegen buurt er een halte is. Met de fiets zou het vlotter moeten gaan, wanneer die aftandse fiets defect is, is het zoeken om in eigen buurt een fietsenmaker te vinden, of reken je op een warme buurt waar je weet hebt van een handige buurman, straatgenoot? Buurtontmoeting kan verder gaan dan een jaarlijks straatfeest.
De nabije zorg voor elkaar kan verder gefaciliteerd worden door een lokale overheid die mobiele fysieke e-loketten aanbiedt.Een verzamelpunt waar ouderen en zwakkere inwoners in hun buurt met hun vragen terecht kunnen. Inspraak van de plaatselijke inwoners bij inrichting van groene oases van rust en ontspanning kan bijdragen tot buurtbetrokkenheid. Een buurtontmoetingsplaats waar naast een kopje koffie, je ook terecht kan voor taalles,rechtsbijstand,streekverkenning,kleine reparaties,… kunnen bijdragen tot een warme samenleving.
Het openbaar vervoer moet meer vraaggestuurd worden geörganiseerd. Waarom niet via toegankelijke en efficiënte app
Wel-ge(s)teld
Momenteel kan je bij het huidige OCMW voor tal van tegemoetkomingen terecht. Het is een ganse batterij van tussenkomsten, waar je als burger weinig weet van hebt, laat staan dat je komt te weten dat je ervoor in aanmerking komt. De sociale dienst van OCMW Boutersem heeft doorheen de jaren een degelijke expertise ontwikkeld. Ze kan je perfect vertellen waar je recht op hebt. Omdat subsidievoorwaarden in niet steeds duidelijke taal weergegeven wordt en over tal van overheidsdiensten verspreid zit; Omdat mensen in nood niet altijd worden bereikt, missen een aantal behoeftigen dat waar ze recht op hebben.
Bovendien werd er de laatste jaren ,omwille van budgettaire redenen, gesnoeid in een aantal tegemoetkomingen. Een gemeente kan niet alles en moet soms snoeien in sociale maatregelen, diensten, die niet meer door de federale of Vlaamse overheid worden gedragen. Op lokaal vlak is in sommige welzijnsuitkeringen eveneens het mes gezet. Welzijn hangt vast aan welvaart. Omwille van de gestegen levensduurte, verhoogde vergrijzing, een betere gezondheidszorg, negatieve beeldvorming van woonzorgcentra, blijven ouderen langer thuis wonen. Anderzijds worden de gezinnen kleiner, gaan kinderen niet in eigen streek wonen. Het ondersteunend netwerk voor ouderen valt stilaan weg. We merken bovendien dat er tal van redenen zijn waarom na ziekenhuisopname patiënten sneller naar huis moeten. Dit alles zorgt ervoor dat er meer en langer hulp aan huis wordt vereist. Mantelzorgers krijgen het steeds lastiger. Intussen merken we dat diverse thuisdiensten worden overvraagd. Deze diensten wegen op de financiële situatie van de ouderen en de behoeftige gezinnen.
Ik wil ijveren voor een opwaardering van de mantelzorger. De term “met de mantel der liefde’ moet meer inhoud kunnen krijgen. De associatie van mantelzorger als ouderenzorger moet worden verruimd naar thuiswerker. Als vrijwilliger er zijn voor allen die het nodig hebben, al is het een vluchtelingengezin, een alleenstaande moeder, een alleenstaande zieke jongvolwassene,… . Warme nabije zorg met respect en een degelijk werkingskader.
Tenslotte,als wens, niet als einde maar als start naar ….
Ik doe hier een oproep tot het ontwikkelen van een algemeen gemeentelijk welzijnsbeleid. Ik geloof in de dynamische kracht van een globale visie op welzijn. Besturen begint met een zo groot mogelijke betrokkenheid van alle inwoners. “Boutersem” bestaat immers niet op zich, wij allen ‘zijn’ Boutersem, niet? Ik reik over de grenzen van mensen en gemeenten de hand voor meer welzijn.