Gebouwen en creatief denken

Jongeren zoeken een plaats om bij elkaar te komen, (sport)verenigingen moeten een locatie hebben om te kunnen vergaderen, kunst- en cultuurinitiatieven schieten uit de
grond, verenigingen spelen hun rol in het gemeenschapsleven, er komen gemeentelijke initiatieven bij (bv. uitbouw Academie, Coder Dojo) ...

Een levende gemeente, dat vindt CD&V een goede zaak!

Naarmate onze gemeente meer begint te leven, neemt de behoefte aan ruimtes om bij elkaar te komen, toe. Anderzijds: of het nu gaat over het gemeentehuis, het OCMW-huis, de loods, de schoolsportzaal met al jaren o.a. een lekkend dak, de kinderopvanglocatie van Stekelbees nabij de Gemeentelijke Basisschool, de buurthuizen, of zelfs (helaas!) de nieuwe polyvalente jeugdlokalen, erfgoeddossiers ... We weten dat er de komende 10 jaar zeer dure instandhoudingswerken op ons afkomen. Daarbovenop komen nog de lopende onderhoudskosten: energie, poetsen ... We kunnen niet van de belastingbetaler verwachten eindeloos voor oude gebouwen te blijven betalen.
Hoe in dit spanningsveld (toenemende behoeften enerzijds; oude gebouwen die steeds meer oplapwerk vragen anderzijds) te bewegen? Soms moet je als politieke partij erkennen dat je niet alle wijsheid in pacht hebt. Het is een publiek debat dat we de komende jaren willen voeren.

Mogelijkheden zijn bv.:

  • Verenigingen een financieel ruggesteuntje geven wanneer ze gebruik maken van (mogelijke duurdere) privézalen. Dit is analoog met wat vandaag gebeurt rond de
    parochiezaal Roosbeek. Voor de gemeente blijft dit goedkoper dan steeds meer eigen zalen uit te baten. Deze aanpak kan ook ontluikende horeca een duwtje in de
    rug geven. De voorbije jaren bewogen we reeds een beetje in deze richting. Zo zal in de assistentiewoningen op site Stationsstraat ook een ontmoetingsruimte voorzien worden. In de toekomstige restauratie van de pastorie Vertrijk wordt eveneens een ontmoetingsruimte voorzien.
  • Een beheersovereenkomst met één of meerdere verenigingen waarbij ze het onderhoud van zalen op zich nemen (cfr. Ter Quabeke). Dat ontlast de gemeente van
    deze verantwoordelijkheid.

Alle gemeentelijke gebouwen tesamen aanpakken is onmogelijk. Voor de komende zes jaar is onze prioriteit het vervangen van de lokalen voor de buitenschoolse opvang nabij de Gemeentelijke Basisschool. Deze zijn immers dringend aan vervanging toe. Cruciaal is de voor- en naschoolse opvang, de schoolsportzaal en het Deeltijds Kunstonderwijs zo dicht mogelijk bij elkaar te plaatsen. Zo vermijden we dat kinderverzorgsters een te lange afstand moeten afleggen om kindjes te begeleiden van het één naar het ander. Dit wordt daarom best al geïntegreerd in de renovatie van de schoolsportzaal.

We vrezen ook dat we de integratie van een nieuw administratief centrum zullen moeten aanpakken. Gemeente en OCMW zitten nu in verschillende gebouwen die beide geregeld herstellingswerken vergen. Eén gebouw kan de integratie van gemeente en OCMW versterken én dus kostenbesparend werken. We denken voor die fysieke integratie aan een energiezuinig, functioneel en niet nodeloos groot gebouw op de site Eyckeveld. Het OCMW-gebouw in Roosbeek kan verkocht worden om de nieuwbouw mee te financieren en toekomstige herstellingswerken te vermijden. Het kasteel van Kwabeek blijft voor protocollaire gelegenheden (huwelijken, recepties) fungeren als socioculturele ruimte en als gemeentelijk museum (historisch, natuurkundig) beheerd door vrijwilligers. Een nieuw administratief centrum wordt dan automatisch compacter: er moet immers geen protocollaire ruimte zijn. Zelfs in het onzeker scenario van een eventuele gemeentefusie (mede afhankelijk van Vlaams regeerakkoord 2019) zullen administratieve functies in Boutersem zelf noodzakelijk blijven om twee redenen. Enerzijds blijft het belangrijk bepaalde diensten vrij dicht bij de inwoners aan te bieden. Anderzijds zitten de gemeentehuizen in de omliggende gemeenten reeds vol.
De voorbije jaren nam CD&V de leiding in de dialoog over een kerken- en pastorieplan. Ook hier schiepen we via dialoog ruimte voor nieuwe ideeën. Op termijn komen de kerken van Neervelp, Kerkom, Boutersem en Willebringen en de pastorieën van Butsel en Boutersem ter beschikking van de gemeente.
De kerk van Neervelp is beschermd, waardoor alternatieve aanwending erg moeilijk is. Maar, samen met de kerkfabriek van Neervelp namen we het initiatief voor een creatief alternatief. Een ruimte voor kunstenaars met mogelijkheid tot repeteren, een occasioneel optreden en samenstudeergelegenheid voor studenten in examentijd. De nabije pastorie blijft behouden voor de dienstenchequeonderneming.
De kerkgebouwen blijven ook na ontwijding belangrijk voor het dorpszicht. Er is een werkgroep opgericht samen met geïnteresseerde inwoners om een waardige bestemming te vinden. Idealiter vinden we functies in de sfeer van (sociale) horeca. We zijn ons hierbij zeker bewust van de omliggende kerkhoven als bijzonder aandachtspunt.
Alle kerken en pastorieën in eigendom van de gemeente behouden is niet houdbaar en uiteindelijk niet correct naar de belastingbetaler toe. We kijken daarom ook naar de privésector en engageren ons om de opbrengst van eventuele verkoop (of verhuur) te gebruiken voor de restauratie van de overblijvende (beschermde) kerken